Op 6 november trad ASV 1 voor de tweede ronde op rij aan voor een topduel. Na LOS 1 was nu Assen 1 de tegenstander. Jaap was als eerste klaar en won een goede partij. Het is lang geleden dat Jaap zo’n makkelijke schaakmiddag heeft gehad. Via het Londensysteem met wit, waarbij zwart de dame-pion op d6 zet werd er door beide partijen 16 zetten lang hoofdzakelijk gemanoeuvreerd op de eigen helft van het bord. Op de 17 zet gaat wit over de helft van het bord met de loper naar b5. De partij was gelijk uit.
Daarna kwam Dirk met een vrij vlotte maar prima remise aan bord 1. Door de hem bekende openingsstijl kwam hij met zwart in het Konings-Indisch wat gedrukt uit de opening. Dat leek ernstig te worden toen hij op zet 14 een wat mindere zet speelde, waardoor wit echt in het voordeel kwam. Gelukkig speelde wit op zet twintig een mindere zet, waardoor hij zijn voordeel snel kwijtraakt. Voor Dirk, ook gezien de stellingen op de andere borden, reden om remise aan te bieden op het moment dat wit moest kiezen of vol voor de aanval te gaan of te accepteren dat hij zijn goede stelling kwijt was geraakt en tevreden moest zijn met een remise. Hij koos voor het laatste. Fritz bevestigde de gelijke stelling, met een minimaal voordeeltje voor zwart. Bij Michiel werd van begin af aan het evenwicht nooit verbroken. Een solide dame-Indische partij waarin beide spelers niet meer wilden of durfden. Alle stukken werden al snel geruild en in het resterende toreneindspel dat ontstond had niemand zwaktes en dezelfde pionnenstructuur. Remise was dan het logische resultaat.
Saša speelde op bord 6 met wit tegen Pieter Tromp. Hij kreeg een Scandinavische opening tegen zich met 2…Pf6 waarbij er 1 paar paarden werd geruild. Saša had het centrum, maar zijn tegenstander probeerde dat aan te tasten waardoor zijn tegenstander een sterk paard kreeg, maar ook een zwakke geïsoleerde pion. De torens en loper van Saša waren veel actiever waardoor hij een pion won en later de partij. Otto speelde bij hem thuis zijn wedstrijd tegen hun kopman. Otto speelde met wit en speelde een Trompowski-aanval. Zoals altijd levert dat aantrekkelijk spel op. Zijn tegenstander ging dat niet uit de weg en zo werd het een tactisch gevecht. Otto kreeg prima spel, maar het kostte hem te veel tijd om uit te rekenen hoe het beste een aanval op te zetten. Vlak voor de tijdcontrole durfde hij een gevaarlijk uitzien offer niet aan en nam genoegen met een iets minder stelling. Na de tijdcontrole kwam zijn tegenstander, die zijn stukken inmiddels gehergroepeerd had, langzaam naar voren. Uiteindelijk besliste een vrijpion de partij.
William speelde met wit weer een partij waarin het centrum het strijdtoneel werd. Niemand wilde een stap terugzetten, maar fouten werden er ook niet gemaakt. In het toreneindspel leek remise de enige logische uitslag. William probeerde stoïcijns nog wat en zo waar kreeg hij loon naar werken. Hij ging kleven aan de a-pion van zijn tegenstander. Die had ‘m indirect gedekt met zijn toren op de 6e rij, daar waar William ook zijn toren had. Ruilen mocht zwart niet, anders zou wit een dodelijke vrijpion krijgen. Op een gegeven moment leek William een winnende vrijpion te creëren op de h-lijn. Deze ging er weliswaar af, maar zwart kwam in een soort zetdwang. Handig manoeuvrerend wist William de a-pion te veroveren en achter zijn eigen a-pion te gaan staan, zodat zwart gedwongen was zijn toren passief op a8 te zetten. Daarna was het een kwestie van techniek. Knap gespeeld! Bij Peter verliep met zwart een Benko-Gambiet, de moderne variant met niet direct terugslaan op a6, aardig bevredigend. Hij kreeg de gebruikelijke druk op de damevleugel en in het centrum en won de pion terug. Ergens in deze overgangsfase, waarin vele lastige keuzes gemaakt moesten worden, heeft hij het niet helemaal goed gedaan. Tjapko Struik speelde vanaf hier heel sterk en wist in een op zich remise-achtig eindspel met elk toren en paard en drie pionnen een initiatief te ontwikkelen, mijn stukken terug te dringen en ook nog een pion te winnen. In de slotfase bracht Peter er nog allerlei pattrucs in, maar Tjapko omzeilde die allemaal soepel en won. Wouter was bij een 4-3 voorsprong nog als enige bezig. Hij kwam met zwart moeilijk uit de opening, ruilde vrijwillig een loper voor een paard. Weet niet of dat handig was. Hij had het idee om een keer …b5 te spelen met het idee om zijn c4 te verhinderen. Het zag er lelijk en verzwakkend uit dus liet hij dat achterwege. In het vervolg speelde mijn tegenstander het sterk en hij drong hem naar achter. Wouter stond passief, maar ik stond tenminste nog. De computer gaf +2.5 voor wit, maar had dat Wouter ook in een eerdere partij met zwart eens gehad. Leuk dat een computer er zo over denkt, maar wij zijn mensen schuiven dat niet zomaar even uit. Mijn tegenstander leek ongeduldig en ging voor een pionbreak middels d5. Dit verloor een pion en Wouters stukken kwamen ook weer tot leven. Was niet nodig geweest van zijn opponent, maar Wouter had op dat moment veel minder tijd en de stelling werd ineens scherp vlak voor de tijdcontrole. Op zich wel een stijl die hem ligt dus hij was er niet bang voor. Hij durfde het zelfs aan om een kwaliteit te pakken daar waar zijn tegenstander een gevaarlijke dame + loperpaar had. Zijn tegenstander kon die terugwinnen, maar het resterende eindspel was een tikkie beter voor Wouter. In de tussentijd werd er geïnformeerd naar wat Otto deed, maar dat was nog niet bekend. Wouters tegenstander dacht dat ie moest winnen gezien de andere stellingen op dat moment en ging het terugpakken van het materiaal uit de weg. Hij bleef de meest gevaarlijke zetten spelen, hoewel Wouters stelling inmiddels gewonnen was. Hij had echter niet veel tijd meer. In het verre eindspel dacht hij af te wikkelen naar een eenvoudig gewonnen stelling. Hij had zich echter verrekend en verloor zelfs nog. Balen want het was niet nodig geweest. Op rating is 4-4 een goed resultaat tegen het sterke Assen, maar er had meer ingezeten.