Diep moesten we gaan met het tweede maar 2x een goed paard tegen slechte loper en 2 zwaar en lang bevochten remises leverde tegen het sterke Zevenaar de eerste overwinning van het seizoen op. Na eerst 3 remises gevolgd door 3 beslissingen moesten de laatste 2 partijen de 2 beslissende halfjes binnen brengen.
Sjoerd van Roosmalen kwam goed weg met de eerste remise van de dag. Sjoerd hief als eerste de spanning in het centrum op maar werd verrast door een geweldig schijnoffer van zwart. Dat leverde het loperpaar en een pion op maar met minder tijd durfde zwart er toch niet voor te gaan. Invaller Paul Schoenmakers speelde op bord 3 een degelijke partij tegen de kopman van Zevenaar en zag zijn harde werken beloond worden met een verdiend half punt. De partij van Tom Bus op bord 2 was wel de minst enerverende partij van de wedstrijd met remise als logisch resultaat.
Zelf won ik een zeer goed opgebouwde partij op bord 5. Zwart bleef de hele partij met een slechte loper zitten en in het middenspel werd dat nog gecompenseerd door mijn ietwat inactieve paard op a3. Maar toen zwart verkeerd reageerde op de centrum doorbraak e4 en het paard via c4 ineens weer meedeed stortte de zwarte stelling in elkaar. Hij bereikte nog wel een eindspel met een pion minder maar de loper was er niet op vooruit gegaan en het paard op e5 was monsterlijk. Het paard werd geruild tegen de loper wat nog meer pionnen opleverde en 3 verbonden vrijpionnen in het toreneindspel waren voldoende.
Koen Maassen van den Brink offerde een pion in de opening en kreeg een kreeg een aparte zijvariant van zijn tegenstander voorgeschoteld wat een leuk dynamische middenspel opleverde. Kansen op meer en eeuwig schaak waren er zeker maar werden niet gevonden waarna de extra pion voor de tegenstander de doorslag gaf. Bent Schleipfenbauer op bord 8 was weer bezig met “Bent dingen”: gewoon beter schaken dan je tegenstander, de pluspion van zwart was tijdelijk en in een eindspel van een goed paard tegen een slecht loper kwam de pion al snel terug. Ook hier werd het paard tegen de loper geruild voor een toreneindspel met 3 verbonden vrijpionnen wat Bent bekwaam naar winst schoof.
3,5 – 2,5 voor met de nog 2 partijen bezig. Frank Schleipfenbauer was na een rustig begin in het Engels in een dynamisch eindspel terecht gekomen waarin nog voor 3 uitslagen werd geschaakt met de klassieker van 2 lopers en een toren tegen 2 torens en een loper en een mooie vrijpion voor zwart op c3.
Invaller Jan Knuiman kwam na de opening op de damevleugel enorm onder druk te staan. De witte stelling oogde fantastisch maar Jan vond elke keer toch weer een zet of manoeuvre om niet te bezwijken onder de druk en wist uiteindelijk af te wikkelen naar een eindspel met lichte stukken en een pion minder op 1 vleugel. Wit probeerde nog van alles maar Jan hield het hoofd koel en loodste het halfje binnen.
De tegenstander van Frank had inmiddels de kwaliteit terug gegeven voor de vrijpion van zwart, wat ook hier resulteerde in een eindspel met een pluspion maar ook hier weer alles op 1 vleugel. Een witte doorbraak leek wit een het gevaarlijke eindspel toren loper tegen toren op te leveren maar Frank rekende goed en wikkelde met een kwaliteitsoffer af naar het eindspel loper tegen toren, liep vervolgens naar de goede hoek (Ezelsbruggetje: met randpion en loper van de verkeerde kleur is het remise en zo ook het eindspel loper tegen toren, je gaat met je koning in de hoek van de verkeerde kleur van je loper staan en je speelt je loper naast je koning heen en weer) en haalde het beslissende halfje binnen!
Verslag: Theo Jurrius.
ASV 2 – Zevenaar 1 4,5-3,5
1. Frank Schleipfenbauer (2109) – Kevin Verfuerth (2026) 0,5-0,5
2. Tom Bus (2036) – Lars Günther (2037) 0,5-0,5
3. Paul Schoenmakers (1795) – Guust Homs (2156) 0,5-0,5
4. Sjoerd van Roosmalen (2085) – Arie Huysman (2036) 0,5-0,5
5. Koen Maassen van den Brink (2027) – Justin Wilde (2003) 0-1
6. Theo Jurrius (2006) – Thomas Verfuerth (2115) 1-0
7. Jan Knuiman (1942) – Thorsten Brandt (1987) 0,5-0,5
8. Bent Schleipfenbauer (1958) – Vincent Pelgrom (1931) 1-0