Na twee keer het seizoen afgebroken te hebben wegens COVID-19 en een kampioenschap gemist te hebben op 2 bordpunten is het tweede vol moed om dit keer terug te komen op het niveau waar het hoort. Of dit gaat liggen aan onze noordelijke opponenten, de nieuwe krachten (Vadim, Rob, Otto, en Rik), ons clubgebouw op de Vlamoven als speellocatie of een frisse wind als teamleider (sorry Theo) zal moeten blijken.
Tegen het eerste van Sneek mochten wij als clubs favoriet voor de titel het al uitvechten in de eerste ronde:
Tom speelde op bord 1 tegen de kopman van Sneek 1, Selwin Keuning. Niemand beter dan Tom kan zijn partij en emoties beter uitdrukken dan hij zelf:
“De variant van de voorbereiding kwam op het bord en geen van ons had de intentie om een fout te maken. Op zet 19 bood Selwin remise aan. Ik keek naar rechts en vertrouwde erop dat Otto dat punt zou binnen halen. Op dit moment begon het zonnetje ineens wel erg fel op mijn rug te branden. Een blik op de overige borden kon mij niet echt helpen in mijn besluitvorming. Op de meeste borden was de situatie onduidelijk.
Ik moet de knoop doorhakken!
Redenen om remise te accepteren:
De stelling is in evenwicht, misschien een minuscuul tikkeltje beter voor mij.
De zon is te warm, de reflectie op het bord is vervelend. Otto zal winnen. Remise met zwart tegen de topspeler van Sneek betekent een psychologische klap voor Sneek.
ASV-spelers zijn het sterkst in onduidelijke stellingen.
Ik had inmiddels beduidend meer tijd verbruikt dan mijn tegenstander.
Redenen om de remise te weigeren:
Ik sta een tikkeltje beter. Waarom niet uitbouwen naar meer?
Deze snelle remise legt druk op de schouders van je teamgenoten (Maar ook op die van de tegenstander). In onduidelijke stellingen kan het kwartje ook de verkeerde kant opvallen.
Dus: Remise aanvaard!”
Otto (2) wist in de (mij onbekende) opening meer een meer ruimte te winnen op de koningsvleugel terwijl zwarts pionnen op de damevleugel dreigden op te rukken. Otto’s toren op de 7e rij bleek beslissend, en zette ons al vroeg op voorsprong.
Frank (3) had traditiegetrouw samen met Tom voorbereid. Na een tip van Tom zag Frank dat de kans aanwezig was dat de Trompowsky op het bord kon komen. Na enig speurwerk online vond hij het antwoord 5…c4 in een Youtube-analyse. Hij wist op het bord niet meer wat de conclusie was en waar de stelling om vroeg. zijn oordeel (en met hem het oordeel van vele anderen) is dat het een slechte zet was… Ondanks 5. c4 kreeg Frank het betere van het spel en overschatte de witspeler zijn stelling. Nadat zijn tegenstander een stuk blunderde en twee stukken voor activiteit gaf was het voldoende voor Frank om materiaal terug te geven en af te wikkelen naar een matnet.
Sjoerd (4) speelde met wit in een koningsindische achtige partij vol op de aanval. Na zet 15 stond er geen witte pion op de eigen helft van de damevleugel. Zwart was daar blijkbaar zo van onder de indruk, dat hij vergat een tegenaanval op de andere vleugel op te zetten en alleen verdedigde. Pionwinst in het centrum leidde tot een grote druk op de zwarte stelling en vlak na de tijdnood was dameverlies onvermijdelijk
Rik (5) ging met zwart vanaf de opening tot ongeveer zet 20 lange tijd gelijk op met zijn tegenstander. De partij ging van een Konings-Indische variant over naar een soort Najdorf variant. Rond zet 15 offerde hij een pion om meer ruimte te ontwikkelen en mijn zwaktes weg te werken. De verbeterde stukkenactiviteit loonde, want vervolgens kon Rik rond zet 25 een stuk winnen, maar mijn koning kwam daardoor wel een erg kwetsbaar te staan. De partij eindigde uiteindelijk in
eeuwig schaak. Bij thuisanalyse bleek dat er een variant was waarmee hij alsnog kon winnen,
maar tijdens de partij is dat helaas helaas over het hoofd gezien.
Bent (6) was de avond voor de wedstrijd geland van zijn welverdiende vakantie naar Kroätie. Met Kasparov’s ‘Great Predecessors: Fischer’ op zak was hij geïnspireerd om betere openingskeuzes te maken en het Weens definitief te laten vallen. Wel onderschatte hij hiermee hoeveel complexer het Spaans kan zijn dan off-beat varianten als het Weens… Teveel nadenken over aftakkingen resulteerde in tijdnood in een moeilijke stelling. Waar de tegenstander blunderd en zijn voordeel met één zet weggeeft speelde Bent à tempo een stukoffer met praktische kansen. Op zet 40 werd met definitief de partij uit handen gegeven en is Bent’s Spaanse droom een illusie rijker.
Vadim (7) kreeg in de Semi-Slav een (vervelende) zijvariant tegen die hij natuurlijk niet had voorbereid. In plaats van gewoon gezond door te spelen kwamen zijn stukken wat onhandig te staan en kreeg zijn tegenstander een actievere stelling. Hij had serieus in de problemen kunnen komen, maar mijn tegenstander liet de dames geruild worden, waarna er weinig meer aan de hand was. Wanneer zijn tegenstander remise aanbood, wat hij gezien de stand op de klok wel moest aannemen.
Supersub Paul (8) maakte een goede indruk door zijn eerste invalbeurt te bekronen met winst. In een ruilvariant van het Frans (red. Niet de meest ambitieuze voortzetting, volgende keer geef ik jou zwart 😉 ) wist Paul zijn tegenstander te verwarren met actief spel en won hiermee uiteindelijk een pion. Deze pion bleek voldoende te zijn voor de winst, waarmee onze eerste overwinning als team een feit was!
Verslag: Bent Schleipfenbauer