In klasse 6A wordt een hele competitie gespeeld. In november 2021 stuntte ASV 6 tegen het veel sterkere Winterswijk 3 met een 2,5-5,5 overwinning, waarbij de invallers Gwénaël Paris en Brian Hieltjes een belangrijke rol speelden. Winterswijk won alle andere matches soepel en kwamen vol zelfvertrouwen afgelopen zaterdag 2 april naar Arnhem om het vuiltje tegen ASV 6 recht te zetten. Misschien kwam het omdat we weer Gwénaël en Brian konden opstellen, wie zal het zeggen, maar toen alle rook was neergedaald bleek ASV wederom te hebben gewonnen, ditmaal met 4,5-3,5. Hiermee is ASV koploper en heeft het het kampioenschap in eigen hand. Dan moet nog wel van Veenendaal en Pallas worden gewonnen.
Maar het moet gezegd, lang zag het er niet bijster goed uit. Teamleider André van Kuijk speelde tegen hun teamleider Henk te Brinke. André liet een trucje toe wat een pion achterstand opleverde en dreigde langzaam van het bord te worden geveegd. Hij zag zo rond zet 17 kans om een tegendreiging op het bord te krijgen waarvan het complex was om door te rekenen of dit nou goed was of niet. Hij bood remise aan en zijn tegenstander keek in eerste instantie niet op of om. Omdat in het verleden nog wel eens gebeurde dat later bleek dat de tegenstander het aanbod niet had gehoord, checkte André of zijn tegenstander het wel had gehoord. Niet dus, maar nu wel. Hij schoot in een denktank, ging wat om zich heen kijken en besloot het aanbod ‘voor het team’ aan te nemen, want alle vertrouwen dat de rest het over de streep zou trekken. Ten eerste: de tegendreiging van André bleek achteraf geheel niet te werken. Ten tweede: Winterswijk zou het niet over de streep trekken.
Peter Hamers moet op bord zeven tegen Marijn Visser, die veel sterker bleek dan zijn rating deed vermoeden. Peter kwam niet goed uit de opening en liep achter de feiten aan. Ook Gwénaël Paris verloor dit keer. Hij kon niet de joker zijn die hij in de uitwedstrijd wel was. Al in de opening ging het mis tegen Matthijs Hoens en dat bleek niet te repareren. André grapte na de match dat dit verlies jammer is voor het team, maar natuurlijk uitstekend in de strijd om het kampioenschap in de interne (C-groep).
Met een tussenstand van 0,5-2,5 leek het niet de dag van ASV 6 te worden. Maar toen begon het grote toverwerk, zoals we dat ook in de uitwedstrijd meemaakten. Theo Koeweiden speelde een op voorhand ongelijke strijd tegen Reinhard Cvetkovic, die een voor deze klasse zeer respectabele rating heeft (1809). Theo gaf een stuk cadeau en besloot om vol op de aanval te gaan: de dood of de gladiolen. En dat leidde tot een fraaie Houdini-escape: eeuwig schaak en 1,5-2,5.
Kazem Mollahosseini maakte het nog veel bonter. Hij stond een stuk achter tegen Geert ten Hietbrink en niemand gaf nog een stuiver om zijn kansen, al moest de Winterswijker nog wel een mataanval pareren. Kazem deed zijn beste zet en meende dat dat mat was. Daar was zijn tegenstander het wel mee eens en die gaf op. De omstanders keken met afgrijzen naar het bord, want het was helemaal geen mat. Een schwindel van de eerste orde (al was het niet bewust). Kazem, aardige man als ie is, vroeg zich af of het niet toch dan maar remise moest worden. Maar opgegeven is opgegeven en dat gaan we echt niet terugdraaien in een strijd om het kampioenschap. 2,5-2,5.
Zekria Amani mocht op bord 1 aantreden tegen Oscar Warmelink. Dit was wel een strategisch mooie pot met materiaal licht overwicht voor Zekria, maar een sterkere stelling inclusief pion op de 7e rij voor wit. Beide zagen onvoldoende mogelijkheden om hun positie te verbeteren en de vrede werd getekend. 3,0-3,0. Bryan Hieltjes kwam halverwege de match melden dat hij in zijn stelling tegen Rob Voogd verwachtte niet door te kunnen breken. André gaf aan dat het de voorkeur heeft om het toch te proberen, want we konden het punt goed gebruiken (Hendrik stond niet goed). Bryan gaf aan dat ie dat ook wel wilde en hij zette zich weer achter het bord, rechtte zijn rug en vond de doorbraak. Een spannende eindstelling ontstond waarbij Bryan moest doorrekenen of promotie tot dame kon, of dat er een dodelijke tegenaanval zou ontstaan. Hij promoveerde en dat bleek de juiste keuze. Even later was het gedaan. 3,5-3,5.
En toen was het slotakkoord voor onze nestor Hendrik van Buren. Over zijn fysieke klachten is ie niet te spreken, over zijn rekenvermogen wij wel. Hij kwam in een benarde positie te staan tegen Luc van Harxen, die aan de damevleugel twee doorgebroken verbonden pionnen had, terwijl Hendrik aan de andere kan twee pionnen had tegen wit 1. Het enige aanknopingspunt voor Hendrik was dat de witte koning op de h-lijn stond, ver buiten het kwadrant van de pionnen van Hendrik. Hendrik gaf veel schaakjes met zijn dame en wit probeerde dames te ruilen, wat Hendrik niet toestond. Het leek erop of de schaakjes een keer zouden opraken en wit zou doorstomen. Maar zie daar, Hendrik deed een verrassende move door de dame opeens wel te ruilen. Wit aarzelde niet en ging met zijn eigen pionnen aan de slag. Hendrik aarzelde ook niet en rukte op met zijn pionnen op a en b. Wit keek ernaar en besefte dat het over was: hij kon met zijn koning niet meer in het kwadrant van de promoverende pion komen en zijn eigen pionnen waren niet snel genoeg. Een onwaarschijnlijke maar prachtige winst voor ASV. Daar was trouwens ook de tegenstander het mee eens. De teamleider verzuchtte op zeer amicale wijze: waarom laten jullie uitgerekend tegen ons je beste spel zien? Tsja, met voldoende tovenaars aan boord weet je maar nooit wat er gebeurd. Op naar de volgende!
Verslag: André van Kuijk