ASV 6 had maar liefst 4 invallers nodig voor de match tegen Veenendaal 2. Tot op het laatst was het spannend of het zou lukken, maar onze voorzitter en zijn maten weten altijd weer iemand naar voren te schuiven. Hulde daarvoor. Samantha van Diggelen had een beetje last van bibberitis. Ze maakte wellicht hierdoor gelijk een foutje met zwart in de opening (tegen Gerbert Roseboom) dat haar een pion kostte. Dit droeg niet bij aan het terugkeren van de innerlijke rust. Er ging nog wat materiaal aan en er was geen houden aan, 1-0.
Op bord 2 speelde André van Kuijk met zwart een saaie damegambiet tegen Lars Boere. De partij kwam nooit tot leven en op zet 20 bood André remise aan, wat Lars na een rondje langs de velden aannam. Niet veel later gebeurde hetzelfde op bord 3 in de partij tussen Lodewijk Blom en Hendrik van Buren. Hier zat misschien nog wel wat meer in de stelling, maar de heren geloofden het wel. Daarmee was het 2-1. Gwénaël Paris speelde op bord 6 een sterke partij tegen Jan Doornebal, die erg snel speelde. Gwénaël kwam een pion voor en de druk op het bord werd zo groot dat wit fouten ging maken, die genadeloos werden afgestraft: 2-2.
En toen werd het kadootjestijd. Op bord 7 stond Rens Nuwenhoud met wit niet goed tegen Kees van Heerikhuize. Zwart had alle kans om te winnen of in ieder geval zeker niet te verliezen. Maar als je je dame in laat staan, wordt dat wel even anders. Een korte black-out van zwart leverde Rens het punt op. En niet veel later gebeurde vrijwel het zelfde bij Peter Hamers tegen Diet Kievit. Peter kwam al bij me vragen of ie mocht opgeven – hij was al blij het nog zo lang te hebben gerekt na een blunder – maar toen ik niet volmondig ja zei speelde hij toch nog even door. En won de partij alsnog, vrij miraculeus. Dus zo stond het opeens 2-4.
Naar de andere borden kijkend werd er voorzichtig door het publiek ingezet op een 4-4 gelijkspel. En inderdaad verloor Zekria Armani op bord 1 van Gerard Bulthuis. Een kwaliteit achter en ook nog eens een stevige aanval erbij werd Zekria te veel: 3-4.
All eyes on Rob Leer tegen Cesar Eisma. Daar was een stelling ontstaan waarbij Cesar 2 pionnen meer had in ruil voor een paard. Cesar had al eens remise aangeboden en later nog eens, maar de witspeler begreep dat ie moest winnen. Alleen wikkelde de partij zich zo af dat de pluspionnen van Cesar steeds sterker werden en het paard een beetje halfdood op de achterste linies van alles moesten dekken. En de heren waren al in de extra tijd, wat ook de nodige stress met zich meebrengt. De witspeler berustte in remise, waarmee Cesar feitelijk de overwinning van het team over de streep trok.
Juichend en zingend verlieten we het pand. Klasse 6A is bijzonder: er spelen maar 4 teams, maar die spelen wel een hele competitie. Na deze wedstrijd kan de stand ‘halverwege’ worden opgemaakt. We staan halverwege op een gedeelde 1e plaats, met iets minder bordpunten dan Winterswijk (die we overigens eerder wel dik versloegen). Dat belooft wat voor de 2e speelhelft.
Verslag: André van Kuijk