Afgelopen zaterdag speelden we tegen Mook/Groesbeek 1. Rond half één kwamen de veteranen uit het zuiden het clublokaal binnen. Hun vriendenteam is grotendeels al zo’n 50 jaar bij elkaar en kent vier zeventigers (De Ruyter 72, Veenstra 72, Wijnhoven 72, Molenkamp 71), eentje bijna 70 (Fleuren), Pouwels en Auwens gaan richting de 60. Als dark horse hadden ze Hidde Knippenberg (16) van stal gehaald. De scherpe kantjes zijn er wel een beetje af en het zijn gewoon prettige gasten en niet te beroerd om in de post mortem onder het genot van een biertje je nog wel een keer extra de oren willen wassen. Het team speelde in het verleden grotendeels in de eerste en tweede klasse van de KNSB en is de laatste jaren wat afgezakt naar de onderste regionen. Richard vroeg zich nog terecht af hoeveel Mook er in het team zit en inderdaad ik heb het niet kunnen ontdekken.
Over het verloop van de partijen laten we de spelers zelf aan het woord:
Remco: “De tegenstander van Remco wilde de theorie vermijden en speelde 4. a3. In het middenspel kwam ik even veel beter te staan, maar ik ging te lang door met stelling verbeteren en miste een zet van hem, waardoor het helemaal omsloeg. Volgens Stockfish is het in het eindspel nog weer gelijk geworden, maar ik bleef op winst spelen en toen ik dacht te gaan promoveren met mijn f-pion bleek wit nog net een verdediging te hebben. Toen was het afgelopen want de pion van wit promoveerde wel.”
Koen: “Mijn tegenstander reageerde niet goed op de flankopening. Mijn stukken gingen naar de juiste velden terwijl zwart geen tegenspel had. Na het openen van de f-lijn en een kwaloffer op f6 verloor mijn tegenstander de dame en gaf hij op.”
Theo: “Werkelijk waar slappe openingsopzet van mijn jeugdige tegenstander goed aangepakt. Middenspel goed opgezet maar daarna geweigerd elke winnende zet te vinden die Koen in de analyse wel zo uit de mouw wist te schudden. Dat hij nog weg kwam met remise in het eindspel had meer te maken coulance van mijn kant.”
Richard: “‘t Was een woest aantrekkelijke partij. Mijn opponent, de woesteling, opereerde desolaat. Ik lanceerde een woestmakende operatie. Gedoemd tot een woestig einde. Aan het eind belande ik in een woestijnachtige omgeving welke mij dwong te smeken om enige bevochtiging, wat mij niet werd gegund. 0-1“
Jan: “Ik kwam gelijk uit de opening. Stond beter in het middenspel. Gewonnen bij aanvang van het eindspel. Twee pionnen meer. Daarna was de medicatie uitgewerkt en ging ik er twee diep “.
Murat: “In de opening forceerde hij in het centrum. Na de afwikkeling hield hij een dubbel pion over op de c lijn, had hij twee passieve lopers en stond zijn paard vast – gepend. Ik kon hem goed onder druk zetten, maar mede vanwege gebrek aan tijd als een sterk defensief vermogen heeft de opponent zich er goed uit weten te manoeuvreren. Iets wat ik normaliter doe! Helaas: winst voor mijn tegenstander. “
Fred: “Ik speelde een prima opening. Na 19 zetten +2. Toen koos ik een iets minder plan waarna ik een heel klein plusje overhield. En vervolgens creëerde ik een prachtig helpmat.”
Toon: “Wijnhoven verraste mij in de opening met het Evans Gambiet. Ik dacht een aardige afwikkeling te zien, maar dat bleek vrij simpel een stuk en de partij te verliezen.”
Samenvattend kunnen we stellen dat de uitslag voor de gasten enigszins geflatteerd was omdat er bij Jan, Fred en Remco nog wel een paar punten door pech zijn blijven liggen.
Verslag: Toon Janssen