Op 19 april speelde ASV 6 tegen Groenlo 1 in de slotronde van de SOS-competitie. Deze slotronde werd in een kerk gehouden, koud door de lage temperatuur in april.
Op bord 1 speelde Christiaan Zevenbergen (1667) met zwart tegen Guido Nijhof (1755). Christiaan speelde een Scandinavische verdediging met in de tweede zet Pf6. Christiaan had een licht voordeel. Door een passieve zet kwam hij echter in het nadeel. De afruil op f3 gaf wit beslissend voordeel door winst van de kwaliteit. (0-1)
Op bord 2 speelde Gwénaël Paris (1660) met wit tegen Remko Algera (1844). Remko speelde een Joegoslavische verdediging. Na de afruil van de stukken hadden beide spelers nog 6 pionnen. In zet 32 gaf Gwénaël een opening voor de zwarte koning, waardoor hij even later in zetdwang kwam. (0-2)
Op bord 3 speelde Bert Maas (1447) met zwart tegen Ad Koolen (1645). Bert speelde een Siciliaanse verdediging. Vanaf de opening had Ad een betere positie, hetgeen na afruil van de stukken leidde tot een pion extra voor wit op beide vleugels. (0-3)
Op bord 4 speelde Theo van Lotringen (1535) met wit tegen Henk Post (1630). Henk speelde een Franse verdediging. Dit leidde tot een complexe partij, waarbij de stukken van wit in de verdrukking kwamen. Wit verloor een paard tegen twee pionnen. Met een licht voordeel voor zwart bood Henk remise aan. (½-3½)
Op bord 5 speelde Remco Menger (1627) met zwart tegen Jan Kamperman (1554). Met een aftrekaanval komt Remco een loper voor. Daarna verovert wit een toren tegen een paard en twee pionnen. Het onnodig verlies van de witte dame in zet 36 is beslissend. (1½-3½)
Op bord 6 speelde Roald Vos (1509) met wit tegen Vincent Klein Gunnewiek (1479). Vincent speelde een Philidor verdediging, waarbij hij de pion op e5 ook dekt met f6. In de 13e zet worden de dames afgeruild met een dubbelpion voor wit. Bij de volgende afruil van stukken wint wit een loper en met een vork een toren. (2½-3½)
Deze slotronde had geen invloed op onze laatste plaats in groep 3B.
Verslag: Theo van Lotringen