Op bord 1 speelde Peter Hamers (1321) met wit tegen Cor Vrouwenraets (1895). Na een Koningsindische opening zag Peter een penning over het hoofd en kwam daarmee al vroeg op een achterstand (0-1). Op bord 2 speelde Thijs Stomphorst (1300) met zwart tegen Piet Gommers (1729). Het werd een spannende partij, waarin bij wit de koningsvleugel en bij zwart de damevleugel onderontwikkeld waren en de dames volop in de aanval gingen met leuke en nare elementen. Met een loper en pion tegen een toren verschil kwam zwart in tijdnood en besliste de klok (1-0). Op bord 3 speelde Theo van Lotringen (1251) met wit tegen Henk Bergsma (1609). Deze partij was een typisch voorbeeld van afbraakschaak, waarbij zwart alles afruilde wat op het pad kwam. Het resultaat was een spel met ieder 5 pionnen en een loper, waar geen voordeel meer te halen viel. Zwart bood remise. (½-½). Op bord 4 speelde Samantha van Diggelen (-) met zwart tegen Dick van Rumpt (1653). Voor Samantha was dit haar eerste Koningsgambiet. Tot verassing van wit accepteerde ze niet. Het resultaat was een mooie partij, waarbij de tegenstander toch te sterk bleek (1-0). Op bord 5 speelde Pim Rijmer (968) met wit tegen Bob Coenen (1640). Een spannende partij met licht voordeel voor wit (zwart had dubbelpion), waarbij tijdnood dreigde. In de haast gaf Pim zijn dame weg (0-1). Op bord 6 speelde Bert Maas (1075) met zwart tegen Pieter Koppelaar (-). Voor Pieter was dit de eerste externe wedstrijd. Beide spelers rokeerden lang. Het werd dan ook een lange partij, waarin Bert heel spijtig een foutje maakte (1-0).
Met een verschil in ELO van gemiddeld meer dan 500 punten zijn we blij, dat we nog een half punt gescoord hebben.