Op bord 1 speelde Alje Bolt (-) met zwart tegen Daan Meiboom (1633). Alje speelde een aangenomen damegambiet en kwam na de opening op een pion voorsprong. Deze voorsprong behield hij na het ruilen van enkele stukken. Wits koning kon niet actief meedoen en wit gaf op in een stelling, die duidelijk gewonnen was voor zwart: 0-1
Op bord 2 speelde Thijs Stomphorst (1300) met wit tegen Yannick te Pest (1736). Het spelen tegen een blinde tegenstander was voor Thijs een aparte ervaring. Je moet je eigen zetten doen, maar ook die van de tegenstander. Yannick speelde heel erg secuur. In het eindspel dacht Thijs een tempovoorsprong te hebben, maar Yannick gaf geen krimp en won zet voor zet het tempo terug. Met aan het einde een verschil van één pion won Yannick: 0-1.
Op bord 3 speelde Theo van Lotringen (1251) met zwart tegen Jeroen van der Poel (1684). Tot de 36e zet kwam zwart met een pion meer steeds beter te staan. In die zet had zwart de partij kunnen beslissen met een aftrekaanval met paardoffer, waarna zwart dame en 2 pionnen wint tegen een toren. Doordat zwart de paarden afruilde kwam wit steeds beter in het spel: 1-0
Op bord 4 speelde Samantha van Diggelen (-) met wit tegen Henk Rouwenhorst (1722). Samantha speelde een mooie partij (leuk en leerzaam). In zet 11 zag zij een dubbele aanval over het hoofd en verloor de dame. Na deze bunder gaf ze zich nog niet gewonnen en pareerde een matdreiging. Ondanks de druk van zwart wist zij steeds een uitweg te vinden. Zonder dame was er echter geen houden aan en gaf zij op: 0-1
Op bord 5 speelde Jan Diekema (1007) met zwart tegen Pieter van der Poel(1503). De Coronacrisis heeft een aanslag gepleegd op Jans schaakkennis. Hij heeft het lang volgehouden, maar na 3 uur sloeg de man met de hamer toe en verloor hij een belangrijk stuk: 1-0
Op bord 6 speelde Bert Maas (1075) met wit tegen Nico Döll (-). Bert kwam in het middenspel met een stuk voorsprong. Na een ordentelijke afwikkeling kreeg hij een niet meer te stuiten vrijpion: 1-0
Eindstand 2-4.