We speelden een thuiswedstrijd.
Bert Sigmond speelde op het eerste bord met zwart de Scandinavische verdediging, wat hem prima afging. Uit het niets ruilde hij een stuk met de verkeerde pion af, waardoor plots twee stukken in stonden en hij direct teleurgesteld opgaf. Excuus was dat hij niet echt fit was. En zo stond het al om 20.35 uur 0 – 1.
Om 21.50 uur was de partij van Herman de Munnik, met zwart op het vijfde bord, afgelopen. Herman schreef: “Na een ietwat laveerpartij kwam ik door actief spel en door middel van een Paardvork een kwaliteit voor. Ik wist de druk op de witte stelling op te voeren. Mijn tegenstander kon stukverlies door een penning niet voorkomen”: 1 – 1.
“Om 22.00 uur liep mijn partij, met wit aan het vierde bord, af. Door een tactisch trucje won ik een kwaliteit. Ik stond ook wat actiever, maar het leek wel alsof mijn stukken steeds minder goed stonden. Bovendien liep ik in net zo’n tactische val als waar mijn tegenstander eerder was ingetuind. Daarna liet ik mij pardoes mat zetten. Ik schaam me kapot: 1 -2. Bij andere sporten zou ik als teamleider allang afgeserveerd zijn.”
Om 22.20 uur werd het gat nog groter. Sebastiaan de Jong, onze gewaardeerde invaller, op bord 2 met wit schreef: “In de London was het lang een gebalanceerde stelling, totdat mijn tegenstander met een aftrekaanval een pion kon winnen. Hierna verbeterde hij langzaam zijn positie, waarna hij met een grote aanval op het Koningsgebied een stuk won en ik opgaf”: 1 – 3.
Ko Kooman speelde met zwart op bord drie. Zijn verslag: “De opening was redelijk, maar niet echt goed. Pionwinst, maar een opgesloten Loper. Beiden in de aanval, maar na afruil van stukken eindigde de partij om 22.25 uur in remise”: 1,5 – 3,5.
Toen was alleen Hans Derendorp nog bezig, met wit op het zesde bord. Hij had door overlijdens in zijn nabijheid een zware week achter de rug. Hij had natuurlijk kunnen afzeggen, maar schaken is dan ook ontspanning. Het was een gelijk opgaande wedstrijd: Remise met als gevolg een einduitslag van 2 – 4.
En zo was de strijd om 22.30 uur beslecht. ’t Was weer niet best, maar de sfeer heeft er niet onder geleden.
Verslag: Kees van Keulen.