ASV 6 is een bijna geheel nieuw team. We zijn met z’n zevenen, van wie vier nieuwe leden van ASV, die nog nooit een “externe” wedstrijd hebben gespeeld en ook geen KNSB-rating hebben. En dat in een poule met tegenstanders die veel ervaring hebben. Handhaven kan ons doel niet zijn, want degraderen kunnen we niet, maar dat het plezier in schaken er desondanks van afspat, nou dat was te zien!
Donderdag 7 oktober de eerste wedstrijd, tegen Groenlo1. Onze verwachtingen ten aanzien van de uitslag waren niet hoog gespannen. Bovendien moesten op het laatste moment nog vervangingen worden geregeld. Gelukkig wordt er geen risico genomen, en blijft men weg als er ook maar een kleine kans op corona is.
De eerste partij die afliep, was van Peter Kappert, aan het vijfde bord met zwart: “De opening van beide kanten was sterk, maar na een kleine miscalculatie in de volgorde van zetten moest ik het voordeel uit handen geven. De aanval aan de koningskant door mijn tegenstander was erg sterk, en mat in 1 moest worden voorkomen. Helaas moest ik dit met de Dame betalen. Na nog een half uurtje schuiven, was ik uit mijn lijden verlost.” Direct daarna compenseerde Chris Zevenbergen dat aan het zesde bord met wit met een winstpartij: “Van het begin tot het einde een spannende partij. We hebben elkaar geen seconde rust gegund.”
De derde partij die afliep, was die van Peter van Deursen met wit aan bord 2: “Een Spaanse opening, waarin zwart begon met de stelling zoveel mogelijk dicht te schuiven. Ik zocht naar spel en opende daartoe zijn koningsstelling. Zwart wist uiteindelijk op de f-lijn zijn torens te verdubbelen en ontwikkelde een aanval op de Koning, die niet meer te pareren was.” En toen stond het 1 – 2.
Maar gelukkig was daar Hendrik van Buren, die op het allerlaatste moment ingevlogen was, en ook nog op het eerste bord (met zwart) terechtkwam. Hij had zich voorgenomen na een aantal verliespartijen nu eens te laten zien dat hij nog echt kan schaken: “Mijn tegenstander had de pech, dat hij met e4 opende. Toen kon ik Caro-Kann antwoorden. Dit systeem ken ik redelijk goed. Ik kwam dan ook prima uit de opening. Even verderop speelde hij erg passief. Mijn stukken stonden al gereed voor de aanval, die snel doorsloeg.” En toen was het 2 -2. En Hendrik kan dus echt nog schaken!
Gwénaël Paris speelde op het derde bord met zwart: “Mijn tegenstander poogde het Herdersmat op het bord te zetten, maar verloor tempo’s door een tegenaanval op zijn Dame. Door een fout met een gepende pion kon een Paard worden geslagen, zonder compensatie. Na het ruilen van meerdere stukken en twee dubbelpionnen aan de witte zijde was de achterstand voor hem te groot.” 3 – 2!
En toen, diepe zucht, was ik nog bezig: “Ik speelde tegen een jonger iemand, van wie je van tevoren niet weet of je hem van het bord veegt, of dat hij jou van het bord veegt. Welnu, het werd het laatste. Van begin af aan stond ik minder en het werd steeds erger. Ik speelde slecht, passief, angstig, en mijn tegenstander deed het gewoon beter, en weg was ons voordeel.”
Ik had het er nog met de teamleider van Groenlo over. Ze hadden gegoogled en op veel zwaardere tegenstand gerekend. Voor ons gold hetzelfde, maar dan omgekeerd. Dus, alle partijen tevreden met de einduitslag: 3 -3 . En wat een ervaring zullen onze nieuwe leden hebben opgedaan! Hoop voor de toekomst.
Verslag: Kees van Keulen